Ik heb tot mijn vierde jaar in Curaçao gewoond. In Mahuma, niet zo ver van het vliegveld af. Het is een omgeving met bergen en bos. In fabrieken in de buurt worden meubels gemaakt van bomen die gekapt zijn. We woonden in een huis, met 12 kamers. We woonden er met zijn vijven: mijn ouders, mijn oudere broer en mijn zusje. In 2000 zijn we naar Nederland verhuisd. Ik ben in 2001 weer teruggegaan naar Curaçao en bleef bij mijn opa en oma. Ik heb daar tot 2006 gewoond.

Die dag toen ik het hoorde

Het was 26 juli 2005. Die dag belde de oma van mijn vader naar mijn oma. Mijn oma belde weer naar mijn oom en deze belde naar mijn tante die het ons vertelde. We waren bij haar toen ze de telefoon opnam. Ik weet nog dat ze bezig was met aardappels schillen. Ik voelde al dat er iets mis was. Toen ze de telefoon ophing,zei ze: ‘Er is iemand overleden uit de familie van onze vader.’ Eerst dachten we dat het een oom was of een tante. Toen vroegen we:‘Is het onze vader?En ze zei: ‘Ja.’ Ik was daar met mijn zusje en broer. We moesten allemaal huilen. Mijn tante heeft school gebeld om te zeggen wat er was gebeurd en we kregen een paar dagen vrij. Mijn vader is bij een ruzie zeven keer in zijn rug gestoken. De dader heeft levenslang gekregen. Een jaar later is op de dag dat mijn vader is gestorven, de dader in de gevangenis overleden. Ik denk dat het de geest van mijn vader is geweest die hiervoor heeft gezorgd, omdat hij het niet eerlijk vond.

De begrafenis

Mijn vader is vanuit Nederland naar Curaçao vervoerd en is daar begraven.

Bij het afscheid nemen was zijn kist open. Ik zag hoe zijn huidskleur was veranderd. Het leek alsof hij bevroren was. Ik heb hem nog aangeraakt en witte bloemen op de kist gelegd. Mijn tante en zijn beste vriend vertelden in een toespraak hoe hij was. Hij was een goede jongen, hij hield van grappen en was altijd vrolijk. Ik heb met mijn broer en zusje een liedje gezongen. Het was een liedje in onze taal, maar ik zal het in het Nederlands vertalen:

‘Kijk hoeveel ik van je houd. Ik kan zoveel van je houden, dat je het zelf niet kan zien. Ik houd zoveel van je tot in de hemel, in het huis van onze God. Elke dag bidden we voor je.’ Daarna hebben opa’s, broers en vrienden, de kist opgetild en in de wagen gedaan. Wij zijn achter de wagen aan naar de begraafplaats gereden.

Dromen

Ik heb twee keer over hem gedroomd. De eerste keer riep hij me. Ik ging naar hem toe en we gingen knikkeren. Dat was zijn lievelingsspel. Opeens was hij weg. Ik dacht dat het echt was gebeurd. In een andere droom nam hij afscheid. Hij stond bij een grote witte deur die openstond. Hij zei: ‘Ik moet nu verder gaan en jij moet ook verder gaan met je leven. Maak je geen zorgen over mij. Zeg tegen iedereen dat ik van hen houd.’ Toen draaide hij zich om en verdween door de deur. Ik denk dat hij nu in de hemel is. Ik stel me de hemel voor als het paradijs, zoals het was in de Hof van Eden. Er zijn bomen met fruit en dieren, van elk soort een paar. Er is alleen maar goedheid.

Steun en troost

Ik geloof in God, dat steunt me, te weten dat hij nu in het paradijs is. Tantes hebben me gesteund en opa en oma’s. Ook de juf op Curaçao is voor mij heel belangrijk geweest. Ik ben het jaar nadat mijn vader is overleden blijven zitten en ging met verkeerde vrienden om. Ze riep me bij zich en zei: ‘Je bent een intelligent meisje, je mag wel met hen omgaan, maar zeg wat je wil en niet wil tegen hen en ga je huiswerk maken. Denk aan je toekomst. Als ik weer op Curaçao ben, ga ik haar bedanken. Thuis praten we meestal als we met elkaar aan tafel zitten over mijn vader en over de grapjes die hij vaak maakte. Ik heb in mijn agenda een foto van hem en ook thuis staat een grote foto van mijn vader. Mijn vriendinnen steunen me door grapjes te maken of voor me op te komen als ik iets moeilijk vind. Als iemand bijvoorbeeld iets vraagt over mijn vader en ik geef geen antwoord, dan zeggen zij: ‘Dat gaat je niets aan.’

Na het overlijden

Mijn moeder is een jaar na het overlijden van mijn vader gaan samenwonen met een vriend uit Curaçao. Ze heeft het ons verteld en wij vonden het goed. Het is een leuke man. Hij maakt grapjes en wij accepteren hem. Ik weet dat mijn moeder altijd van mijn vader zal blijven houden, net als ik. Na het overlijden van mijn vader werd ik snel agressief en reageerde dat vooral af op mijn broer. De meeste mensen schamen zich als een familielid zelfmoord heeft gepleegd of is vermoord. Je durft je verhaal niet aan andere mensen te vertellen.

Je kunt je agressie niet kwijt naar de dader en dan reageer je het denk ik af op iemand die dicht bij staat. Ik heb voor mijn agressie hulp gekregen en heb geleerd tot 10 te tellen. Als ik me boos voel, luister ik naar muziek en vooral naar mooie teksten die me raken. Sporten is ook goed als je je boos voelt. Je kunt je energie kwijt. Ook goed eten is belangrijk. Op school gaat het goed. Ik haal goede cijfers en wil later een baan bij de marechaussee. 

Het gaat nu goed met me. Ik zou het fijn vinden andere jongeren met verlies te steunen en tips te geven. Ik weet wat ze voelen… Het is zo belangrijk dat iemand je een hand geeft, troost, en zegt…er is nog een toekomst, ga er voor…