Die dag ging ik met 2 neven en een vriend waterfietsen. Het was een zonnige dag in de herfst. Ik had net mijn rijbewijs gehaald en we gingen met de auto. We gingen naar een waterplas niet ver van waar we woonden. Mijn neef en mijn vriend zaten achterin en ik was met mijn andere neef aan het waterfietsen. Op een gegeven moment stopten we en begonnen elkaar voor de lol te proberen in het water te gooien. Ik had dat bedacht en mijn neef duwde mijn vriend, Videsh, het water in en daarna fietsten we snel verder, om hem te pesten. We wisten niet dat hij niet kon zwemmen. We hoorden hem wel roepen: ‘Ik kan niet zwemmen en zagen hem wilde bewegingen maken.’ Maar, we dachten dat het een geintje was. Tot hij opeens onder water verdween. We keerden snel om en mijn neef dook hem achterna, maar kon hem niet meer vinden. Wij fietsten snel naar de kant en gingen naar een restaurant en vertelden wat er was gebeurd. Ik zie mijn neef nog rennen naar dat restaurant. Ik weet nog dat hij aan me vroeg: hoe lang zou hij het onder water redden? Binnen 10 minuten was de politie er en de brandweer. We zagen duikers het water ingaan. Wij kregen folie om ons heen om warm te worden en moesten op het politiebureau een bekentenis afleggen en konden daarna naar huis. Ik denk dat de politie zijn ouders op de hoogte heeft gebracht.
Ik hoorde van iemand anders dat zijn vader dagenlang aan de waterkant heeft gezeten met zijn benen gevouwen onder zich en zijn handen gevouwen voor zich. Hij was ook een hindoestaan. Zat daar in lotushouding te wachten op zijn zoon. Zijn zoon kwam op een gegeven moment bovendrijven. Zijn lichaam gezwollen door het water.
Nooit meer iets gehoord, nooit iets laten horen
We schaamden ons en zijn niet naar de crematie geweest, uit respect. Ik voelde me schuldig en dacht: als ik maar niet op het idee was gekomen, dan was het nooit gebeurd. Af en toe vroeg mijn stiefmoeder wel hoe het nu me ging. Maar, ik praatte er niet meer over, ook niet met mijn neven. Vlak na deze gebeurtenis ging ik naar de marine. Ik moest daar een test doen en 10 meter onder water zwemmen. Ik raakte in paniek en dacht: Ik moet naar boven. Als een pijl schoot ik omhoog naar boven. Ik ben vier jaar bij de marine geweest. We waren 7 maanden op Curaςao,gingen naar Porto Rico en New York. Ik was bezig. Je bent in een andere wereld en je probeert er niet meer aan te denken. Ik heb geen dromen gehad en geen nachtmerries. De marine was een grote familie voor me. Ik kan me nog wel herinneren dat er aan boord een kerkdienst was en dat de dominee een verhaal voorlas waarin iemand overleed. Toen moest ik er wel aan terugdenken. Maar dacht ook: het was een ongeluk. Ik heb nooit iets van mezelf laten horen aan de familie en heb nooit meer iets over hen gehoord. Nu ik er over vertel komen weer dingen naar boven.
Veranderd na het ongeluk
Ik ben veranderd na het ongeluk. Ik maak geen geintjes meer, zal niet iemand snel voor de lol een tik op zijn hoofd geven. Ik ben met alles veel voorzichtiger geworden. Met auto-rijden kijk ik goed om me heen. Ik wil niet onnodig een auto-ongeluk veroorzaken. Ik zal nooit vuurwerk aansteken. Ik let erg op mijn kleine neefjes en wil er voor zorgen dat alles veilig is voor hen. Mijn moeder is hindoestaanse en is gelovig. Toen ik bij haar woonde deed ik mee met de rituelen. Maar eigenlijk heb ik niets met geloof. Ik denk: dood is dood. Nu zie je dat kinderen van hun ouders veel meer liefde krijgen, dan ik vroeger kreeg. Mijn ouders waren uitgehuwelijkt, zonder dat er echt liefde was voor elkaar. Misschien dat ik hierdoor meer van dieren houd dan van mensen. Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik bij de dood van mijn poes moest huilen. Bij de dood van mijn vriend kon ik niet huilen.
De dood van mijn poes
Roy: ‘Ik had al een poes en wilde een maatje voor mijn poes. Via internet kocht ik een poes van zeven weken oud. Ik noemde haar ‘ kleintje’. Het was een hele zwarte kat, net als de andere. Ik kocht zacht eten voor haar wat ze goed kon kauwen. Overdag als ik naar mijn werk moest, scheidde ik de poezen en bleef de kleine in mijn slaapkamer tot ik thuis was. Op een dag toen ik na mijn werk thuis kwam en de slaapkamerdeur opendeed, zag ik mijn poes in een vreemde houding op de grond liggen. Verstijfd. Ik kwam dichterbij en zag dat ze dood was.
Ik tilde haar op en ze was als een standbeeld. Ik heb haar vastgehouden en gehuild. Nog nooit had ik een levend wezen dood gezien. Het was een schok. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik heb eerst de alarmdienst gebeld en daarna de dierenambulance. Ik heb een kussensloop om de poes gedaan en ze vroegen me of ik wilde of de poes werd begraven of gecremeerd.
Ik koos voor cremeren en met de as van de poes ben ik naar de duinen gegaan en heb daar een mooi plekje gevonden waar ik zijn as heb verspreid. Ik heb daar een tijdje op een bankje gezeten en met mijn poes nog gepraat. Ik heb hem excuses gevraagd, gezegd dat het niet mijn bedoeling was, vroeg me af waarom het moest gebeuren. Ik had hem net een week. Het metalen kistje met nog wat as heb ik thuis in een kast gezet. Ik heb er nog even over gedacht een litteken dat ik in mijn buik had van de scherpe nageltjes van de kat te laten tatoeeren.
Afscheid van mijn vriend
De emoties die ik bij de dood van mijn poes voelde, heb ik niet gevoeld bij mijn vriend. Kennelijk heb ik dat verdrongen, niet willen toelaten. Nu ik dit verhaal vertel, besef ik dat ik nooit afscheid van hem heb genomen. Nooit meer zijn ouders heb gezien. Ik weet niet eens of ze nog leven en wonen waar ze toen woonden. Ik besef nu dat het niet is afgerond en dat ik bang ben me aan mensen te hechten heeft mogelijk hiermee ook te maken. Ik wil toch met zijn ouders contact opnemen, hen laten weten dat ik hun verdriet begrijp, hen om vergeving vragen en afscheid nemen van mijn vriend. Hoe ik dat doe? Ik weet het nog niet. Ik denk dat ik eerst maar eens ga kijken of ze nog wonen waar ze vroeger woonden en dan kijken wat er door me heen gaat.
Dan zet ik wel de volgende stap