Soms gebeuren dingen zonder dat je precies begrijpt waarom. Ik stap een taxi in en de chauffeur vertelt me over zijn vader die is overleden. Zomaar…terwijl ik op weg ben naar een school om te praten over troost voor tranen.

De hindoestaanse taxichauffeur in Paramaribo
Soms gebeuren dingen zonder dat je precies begrijpt waarom. Ik wil naar een Pedagogisch Instituut in Paramaribo om daar te praten over lessen met het thema ‘leven en dood’. Als de taxi voor mijn hotel stopt, stap ik in en het eerste wat de taxichauffeur tegen me zegt, is: ‘Mijn vader is vijf weken geleden overleden.’ Ik weet niet wat ik hoor en vraag hem ‘vijf maanden geleden?’ ‘Nee’, zegt hij: ‘Vijf weken geleden.’ Ik zeg alleen maar: ‘Oh wat erg.’ En hij begint te vertellen.

De dokter had de verkeerde diagnose gesteld
Mijn vader had pijn aan zijn been. Ik zei nog: ‘Kan ik u niet naar de dokter brengen?’ Mijn vader wilde nog even wachten. Die zaterdag was hij duizelig en suf en heb ik hem naar de huisarts gebracht. De huisarts dacht dat hij ‘dengue’ (knokkelkoorts) had. Die ziekte wordt veroorzaakt door een muskiet en je kunt er erg ziek van worden. Mijn vader kreeg twee spuitjes. Maar je mag helemaal geen spuitjes als je‘suiker’ hebt. De volgende dag bracht ik hem naar de EHBO. Er is meteen een scan gemaakt. Zijn nieren functioneerden niet meer. Er zat vocht in zijn longen en hij had een darmperforatie. Het was helemaal geen ‘dengue’, maar een ‘suikeraanval’. De dokter heeft de verkeerde diagnose gesteld en had hem nooit de spuitjes mogen geven. Terwijl hij me dit vertelt, begint hij te huilen en zegt: ‘Het is mijn schuld. Ik had hem nooit naar de dokter moeten brengen.’ Ik zeg hem dat het de schuld is van de dokter en niet van hem, maar huilend zegt hij: ‘Ik heb hem zien lijden in het academisch ziekenhuis. Ik kan het niet verwerken. Het doet me pijn. Ik zei nog tegen die huisarts: ‘Help die man. Die man is duizelig.’ Mijn moeder wil geen beklag doen bij die arts. Het is ook haar huisarts en hij heeft haar voor de begrafenis wat geld in haar handen gestopt. Het is gewoon een afkoopsom. En hij is niet eens op de begrafenis geweest. Ik heb een andere huisarts genomen. Die man is slecht, hij is gemeen. Als hij de juiste diagnose had gesteld was hij nog in leven geweest.’ De taxichauffeur vertelt dat hij in het ziekenhuis nog een priester heeft laten komen die de ziekenzalving heeft gegeven en dat hij de priester had gesmeekt zijn vader te helpen. Maar de priester had geantwoord: ‘God heeft hem genomen.’ En een zuster die erbij was, zei om hem te troosten: ‘God heeft je vader nodig om andere zielen te redden omdat hij een goed mens was.’ ‘Wat moet ik ermee’, zegt de taxichauffeur.

Wat zou je zeggen als je vader voor je stond?
Hij vertelt verder: Mijn vader was hindoestaan en katholiek. Hij was een gelovig mens en ging elke zondag naar de kathedraal. Hij bracht ook de ziekencommunie naar arme mensen. Deze vader was een goede man. Hij was nederig, een kerkganger en een beschaafd mens. Ik was enig kind en kon altijd een beroep op hem doen. Hij hielp me altijd. Hij pakte dan zijn brommer en bracht drinken en eten voor me mee als ik aan het werk was. Al huilend zegt hij: ‘Ik heb nooit afscheid van hem kunnen nemen en hem nooit kunnen bedanken en hem om vergiffenis kunnen vragen.’ Ik zeg hem dat hij dat altijd nog kan doen. Ook nu nog en vraag hem wat hij zou zeggen als zijn vader voor hem zou staan. Hij zegt:

‘Als ik hem nu zou zien, zou ik hem omhelzen.’ En dan begint hij tegen zijn vader te praten en zegt: ‘Ik houd van je papa en ik houd nog steeds van je. Pa, vergeeft u al mijn zonden en dat ik niet altijd gehoorzaamde. Ik heb een schuldgevoel dat ik u naar de dokter heb gebracht. Ik wil u weer zien.Vergeef me alles wat ik niet goed tegen u heb gedaan.’ 

Tegen mij zegt hij: ‘Ik dronk ook weleens teveel alcohol. Maar dat was voor mezelf en niet om mijn vader ongehoorzaam te zijn. Ik had volgend jaar zijn 75ste verjaardag met hem willen vieren. Ik heb veel verdriet. Ik slaap pas om half 5 in de morgen.’ Ik vraag hem naar het ergste moment. De taxichaufeur: ‘Het ergste was bij de EHBO. Ik zag hoe zijn ademhaling sneller ging en hoeveel pijn hij leed. Hij zei nog tegen me: ‘Patrick, kijk of je het blauwe medaillon vindt van moeder Maria.’ Ik ben naar huis gegaan, maar kon het niet vinden. Wat kan ik doen? Misschien mijn beklag doen bij de politie? Maar straks klaagt de huisarts mij aan en kan ik de proceskosten betalen.


Ik kan er niet meer over praten
Het is even stil, dan zegt hij: ‘Mijn moeder zwijgt. Ze wil er niet meer over praten. Met de familie kan ik ook niet praten. Ze zeggen: ‘Laat maar gaan, het is voorbij, het is het lot. Het moest zo gebeuren.’ Ze zeggen ook dat ik niet naar het graf moet gaan, dat de doden me dan zullen achtervolgen. Maar ik ben al twee keer geweest. Het verdriet…daar blijf ik mee lopen.’ Ik vraag hem of hij  bidt tot God. Het is even stil, dan zegt hij: ‘Ja, dat is de enige met wie ik kan praten’. Ik vraag hem ook of hij wel eens over zijn vader heeft gedroomd. Hij knikt ‘ja’ en vertelt: Twee weken na zijn dood heb ik hem gezien. Hij had geen gezicht. Het was net een geest. Hij ging als een flits voorbij. En gisteren nog heb ik van hem gedroomd. Ik zag hem en zei: ‘Vergeef me alles.’ Hij omhelsde me en zei: ‘Maar, mijn jongen, je bent al vergeven.’

De taxichaufeur: ‘Ik huilde verschrikkelijk. Na die droom is een schilderij met een foto van mij en mijn vader kapot gegaan. Het viel in tweeën op de grond. Twee dagen voor zijn dood kregen we ook een teken. Toen is een schilderij van pater Pio uit Portugal van de muur van de kamer op de grond gevallen. Het lag op de grond en het glas was kapot.’

Ik ben op de plaats van bestemming aangekomen en terwijl ik uitstap zeg ik nog tegen hem dat alles zijn tijd nodig heeft en dat het geweldig is dat zijn vader afscheid is komen nemen in zijn droom en hem vergeven heeft. 

Hij zegt tegen me: ‘Het is goed dat ik mijn hart heb gelucht. U hoeft geen 10 SRD te betalen hoor.’ Hij wacht nog even op me, maar het gaat te lang duren en ik zeg hem dat hij niet hoeft te wachten. Zichtbaar opgelucht neemt hij zwaaiend afscheid.

Advies van een Inheemse man
Een Inheemse man aan wie ik het verhaal vertel, zegt:
‘Hij heeft geen afscheid kunnen nemen. Dat kan hij alsnog doen. Laat hem een witte kaars branden voor alle doden en daar water bijzetten in een glas dat speciaal voor hem is gekocht en laat hem dan zeggen: ‘Dit is voor jullie. Ik weet dat jullie daarboven zijn en over me waken. Rust in vrede.’ 

Ik besef weer hoe belangrijk rituelen zijn, welke kracht zij hebben. Een kracht groter dan duizend woorden. Ik besef ook hoe belangrijk het is/ was voor de taxichauffeur om te praten. En… dat je altijd moet vragen naar dromen.
Voor zijn familie moest hij het afsluiten, maar dat kon hij niet. Als buitenstaander kon hij mij zijn verhaal vertellen zonder angst voor roddel of afwijzing.