door Kathy Beckers

Gisteren kwam ik thuis en trof ik in de hal van mijn huis een grote zwarte vlinder met rozerode tekening. Het beestje fladderde driftig om mij heen en maakte mij bang. De vlinder vloog gelukkig weg door de open deur en ik sloot gauw de deur. Een paar minuten later opende ik de deur weer om iets uit de auto te halen, en alweer was er een zelfde (dezelfde?) vlinder. Ook deze vloog driftig om mij heen en verdween weer door de open deur.

In mijn praktijkruimte, waar ik jongeren en kinderen helpbij rouwen, heb ik siervlinders van allerlei kleur en materiaal. Vrolijk, lieflijk, mooi: ze maken de ruimte vriendelijk met hun kleur en glitters. En ze herinneren mij elke keer aan de liefde van degenen van wie ik de vlinders heb gekregen. Vlinders horen bij de overgang van leven en dood. Ze staan symbool voor het gevoel dat gestorvenen niet verdwijnen, maar veranderen in een andere prachtige vorm. Dat kan troostend zijn als je rouwt.

Ondanks deze mooie symboliek, heb ik heb toch ook angst voor vlinders. Want vlinders hebben een insectenlijfje. En ik ben eigenlijk wel bang voor insecten en alle dieren die daarmee verwant zijn, zoals reptielen. Daarnaast… toen ik als kind opgroeide op Aruba, met veel bijgeloof om mij heen, was de vlinder de boodschapper van de dood. Als er een vlinder in huis was, dan was dat een teken dat er iemand om jou heen ging sterven. Als kind was ik afschuwelijk bang voor het bijgeloof, voor de dood en voor alles wat met sterven en met geesten te maken heeft. Met verwondering kijk ik soms naar mezelf: de dood, sterven en geesten horen nu bij mijn beroep, maar vooral ook bij mijn leven.

Toch is de afgelopen weken mijn angst voor de dood weer erg naar boven gehaald. Dat kwam door het volgende. Mijn man droomde dat hij doodging en dat er daarna oorverdovende stilte was. Een paar dagen later droomde ik dat mijn man dood was en dat ik in een grote en hoge kerk op een trapje zat bij het altaar. Achter mij stond op het altaar een witte doodskist met heel veel bloemen eromheen. Verder was er niemand. En ik wist niet zeker of het mijn man was die in de kist lag of een Chinees meisje dat ook overleden was. Ik ken eigenlijk geen Chinese meisjes dus, ik weet niet waar zij voor staat. Ik durfde niet te kijken, want ik was angstig voor het zien van mijn man in een dood lichaam. Ik werd toen wakker en raakte in een soort van heldere en rustige paniektoestand. Ik bedacht hoe ik het aan de kinderen moest vertellen, wat ik zou zeggen bij de begrafenis. Hoe de leegte zou zijn die hij achterliet. Het was afgrijselijk en ik was echt wakker en heel helder, maar toch leek het een droom waar ik niet uit kon stappen.

In alle boeken en op internet vind ik terug dat de dood in dromen een grote verandering aankondigt. Toch blijft de angst dat onze dromen letterlijk voorspellend zijn, om mij heen hangen. Al jaren trek ik met regelmaat een engelenkaart. Engelenkaarten kunnen aangeven waar je mee bezig bent in je leven. Voor mij werken deze kaarten steunend en meestal kan ik ook zien dat een getrokken kaart ook echt klopt in mijn leven van dat moment. Afgelopen week trok ik een engelenkaart die iets zegt over een grote verandering, mogelijk in de zin van scheiding of dood. Pffff, zei mijn angstige ziel. Ook dat nog! En gisteren zetten de vlinders in huis de kroon op mijn angst.

Vandaag weiger ik verder te kiezen voor angst. Ik geloof dat alles samenvalt met liefde of met angst en dat je als mens kan kiezen welke weg je daarin neemt. Ik weiger nog langer de kant van de angst te kiezen. Ik kies voor liefde en schuif de angst opzij. Anders ben ik straks een wrak van angst en vergeet ik te genieten van de telefoontjes die ik heb met mijn man die nu nog in het buitenland is. Hij is er, ik heb hem net gesproken en morgen is hij weer terug hier in Nederland. Ik hoop dat hij nog een heel leven lang bij mij mag zijn, niet alleen met zijn ziel, maar in levende lijve. En de vlinders in mijn huis? Misschien een voorbode van een innerlijke verandering, van innerlijke groei? Ik hoop het en vertrouw op de liefde.