We hebben geen geloof, maar wel een bijgeloof. We geloven in goden en geesten en in geluksgetallen en in ongeluksgetallen. Het is voor ons heel belangrijk de geesten en goden tevreden te stellen. We doen dit door wierook te branden en nepgeld te verbranden. Hiermee geven we aan dat wij de doden geld en rijkdom willen meegeven zodat zij ons met rust laten Als we dat niet doen kunnen geesten en goden ons kwaad berokkenen.
Als je een geest ziet
Als je een geest ziet, betekent dat, dat hij nog niet klaar is om weg te gaan. Hij heeft nog een taak niet afgemaakt. Het kan zijn dat hij nog wraak wil nemen. Bij mensen die bijvoorbeeld suïcide hebben gepleegd, was het hun tijd nog niet. Ze verlangen vaak ook nog naar de aarde, omdat ze geen afscheid hebben genomen. Meestal hebben ze hun geliefden geen pijn willen doen. Soms hebben ze juist een einde gemaakt aan hun leven om de zorgen van anderen te verminderen. Als je een geest ziet, kan je naar de tempel om bescherming te vragen. Er worden dan spreuken opgezegd en je krijgt een gelukspapiertje mee dat gezegend is en het kwade van je afhoudt. Door rituelen kan gezorgd worden dat de geest op weg gaat naar zijn bestemming. Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd: ‘Ga maar, het is goed zo, hoe eerder je gaat, hoe eerder je in het hiernamaals komt.’ Het geloof in geesten is diep verankerd. Als we een blanke zien, zeggen we ‘dat is een geestjongen’. Dat komt omdat je als je overlijdt wit wordt en er als een blanke uitziet.
Het eren van de Goden
De goden worden niet vergeten. In oktober bijvoorbeeld zijn er, wanneer het volle maan is, rituele dagen waarop de goden worden geëerd. Mijn moeder gaat dan naar buiten, offert wierook en zet eten klaar voor de goden. Als mijn moeder wierook brandt, vraagt ze hardop aan de goden om gezondheid, geluk en bescherming, vooral voor diegenen in de familie waar het op dat moment minder goed mee gaat. Misschien kun je het vergelijken met een kaarsje neerzetten in een katholieke kerk voor een overledene. Bij ons vragen we voorspoed voor mensen die nog leven.
Bijgeloof en bijwonen van begrafenissen
Als ik naar een begrafenis ben geweest, mag ik in die maand niet naar een verjaardag van iemand in de familie of naar een geboorte van een kind. Je brengt dan ongeluk. Als ik jarig ben en in die maand wordt een kind in de familie geboren, dan mag ik daar ook niet naar toe, omdat onze karakters kunnen botsen. De opa van mijn vriend was in februari overleden. De begrafenis was in februari. Mijn zus en nichtje zijn in februari jarig. Ik vroeg aan mijn ouders of ik er naar toe mocht, maar ik mocht niet van mijn ouders omdat ik ongeluk kon brengen.
Bijgeloof en getallen
We geloven niet alleen in goden en geesten, maar ook in ongeluksgetallen en geluksgetallen. Dit krijgen we van jongs af aan mee in de opvoeding en speelt mee in beslissingen die je neemt. Het getal 4 is een ongeluksgetal. Als je het uitspreekt is het hetzelfde woord als ‘dood’. Het is een getal dat je zoveel mogelijk moet vermijden omdat het ongeluk brengt. Mijn vriend en ik wilden een huis kopen, maar toen ik zag dat het huisnummer 4 was, zei ik tegen mijn vriend dat mijn ouders dat vast niet goed zouden vinden. Toen we gingen kijken lag er ook nog een begraafplaats tegenover. Het was dus dubbel op ‘bad luck’ en we hebben het niet gekocht. Je moet ook niet trouwen op een dag waar het getal vier in voorkomt. Ook dat brengt ongeluk. Het getal 8 is een geluksgetal en ook negen. Het getal 9 staat voor langdurig geluk. Als een vrouw trouwt krijgt ze een rode enveloppe met geld erin. Dat geld moet dan een bedrag zijn met een negen erin. Hoe meer negens hoe beter. De huwelijksdatum en de datum van een begrafenis worden bepaald door de maankalender zodat een gunstig moment kan worden uitgekozen.
Bescherming
Wij hebben in onze huiskamer een beeld, Kwang Kung, dat tegenover de deuropening staat en geesten buiten de deur houdt. Ook in een slaapkamer moet je zorgen dat het voeteneinde niet tegenover de deuropening staat, omdat anders de geest via de voeten in je kan komen. Het zijn richtlijnen van Feng Shui die aangeeft hoe je woonomgeving het beste ingericht kan worden om positieve energieën op te roepen. Hoog boven de buitendeur hebben we een achthoekig plaatje hangen, met in het midden een spiegel. Als een geest de deur in wil komen, ziet hij zichzelf in de spiegel. Hij ziet dan zijn eigen geestbeeld dat hem terug zal kaatsen.